De Noot van de Week #9

De Noot van de Week #9

Dit is de negende Noot. Tien weken geleden begon ik met dit project, en tijdens die tien weken heb ik mijn verbinding met mijn muziek voelen groeien. Ik voel ook mezelf groeien, omdat alleen al het schrijven enorm reflecterend werkt en ik allerlei dingen over mezelf ontdek die ik nog niet van dichtbij had bekeken. Ik noem mezelf nu zangeres, in plaats van dat ik zeg dat ‘ik zing’. Ik spreek mijn plannen uit, en zet stappen om ze te realiseren. Tegelijkertijd heb ik een soort rust gevonden die ervoor zorgt dat ik in staat ben dingen te laten gebeuren, zonder ze te forceren. Iedere week nadat ik mijn Noot gepubliceerd heb, laat ik hem los en richt ik mijn aandacht op de volgende – ongeacht hoeveel likes en reacties erop gekomen zijn. Er zijn momenten dat ik me afvraag of het überhaupt iemand zou kunnen schelen als ik er vandaag mee zou stoppen. Maar uiteindelijk is het antwoord op die vraag natuurlijk dat het op zijn minst mijzelf iets zou kunnen schelen, en dat is reden genoeg om ermee door te gaan.

Het was best wel een dingetje voor me, echt voor de muziek kiezen in goede en in slechte tijden. Daarom raakte ik lichtelijk gefrustreerd toen ik merkte dat mijn stem steeds vaker en sneller moe werd, en ik keelpijn kreeg na het zingen en zelfs na een middellang gesprek of een voorleesboekje. WTF?1 Ik had net besloten dat ik mijn stem voortaan serieus zou nemen, en dan dit? Onzin! Mijn lievelingsstrategie (ook wel ‘de struisvogel’ geheten) werkte echter verrassend genoeg niet, dus toch maar naar de huisarts. Een week later zat ik bij de KNO-arts met een camera in mijn keel (gangbaar is door de neus, maar dat paste niet – ik heb nu dus ook over mezelf ontdekt dat ik een heel smalle neusgang heb. Autsj.) Gelukkig zag ze ‘geen letsel’ zoals dat heet, en was het ongemak enkel te wijten aan ‘hypertonie’ – te grote spierspanning in het strottenhoofd. Maar ja, hoe kom ik daar nu vanaf? Het makkelijke antwoord op die vraag is dat ik naar een multidisciplinair stemteam mag dat mij aan alle kanten gaat begeleiden. Maar er is nooit alleen maar een makkelijk antwoord op zulke vragen.

Toen ben ik er maar eens in gedoken, zoals dat heet. Een van de dingen die ik merkte was dat hoe Vlaamser ik sprak, hoe meer last ik van mijn keel had. Beetje achtergrond-info: Ik ben opgegroeid in Lelystad, met twee Amsterdamse ouders – je kunt je dus een klein beetje voorstellen hoe ik geklonken moet hebben voordat ik vijftien jaar geleden in Limburg belandde. Naarmate ik meer integreerde in het Vriendelijke Zuiden en vooral toen ik de grens over hupte naar België werd mijn g steeds zachter, mijn r steeds ‘keliger’ en mijn toon steeds zangeriger. ‘Lelystads’ ligt heel erg voor in de mond, en Vlaams spreek je juist veel dieper in je keel, dus ergens is het logisch dat ik daar last van ging krijgen. Voor Vlamingen is het echter niet altijd gemakkelijk om Hollanders2 te verstaan en hoe Hollandser ik praat, hoe vaker ik tijdens een gesprek iets hoor als “wat zeg je?” (of “wablief?”). Dus ik doe braaf mijn best om zo verstaanbaar mogelijk te zijn voor iedereen, en help daarmee mijn stem beetje bij beetje het hoekje om. Wacht eens even… Dus ik wil zo graag dat iedereen mij begrijpt dat ik bereid ben me in allerlei bochten te wringen, zelfs zover dat ik er fysiek last van krijg? Dat ik mijn stem verander, datgene waarmee ik mijzelf manifesteer in deze wereld? Weer autsj. Had ik trouwens al gezegd dat ik steeds van alles over mezelf ontdek…?

(Geen video bij deze Noot. Maar wel een pepernoot, vooruit. Graag gedaan 🙂 )

1What The Fuck?
2 Vlaams voor ‘Nederlanders’, NL-Limburgs voor ‘Nederlanders van boven de rivieren’

 

avatar
  Subscribe  
Notify of
Sluit Menu